Verhaal Danique

Fragment 8 - 28 juli 2018


Frank: Hallo Joey… Ik begrijp dat Marja een poging heeft gedaan… Buiten mijn weten om… om Danique ertoe te bewegen mij een keer te gaan zien. Ikzelf heb meerdere malen geprobeerd haar te zien of een keer op sleeptouw mee te nemen. Niet gelukt. Kijk… Het maakt me even niet veel meer uit maar als jullie… ondanks haar aandoening de contacten zo laten en mij/ons een bepaald schuldgevoel (denken te) geven… Dan is het voor mij ook echt definitief klaar. Ik ben haar vader… jouw schoonvader… En volgens mij kan er best eens een keer een berichtje de deur uit.. Of een app.. of een mail of wat dan ook. Ik heb Danique nu zeven maanden niet gezien en vraag mij werkelijk af wat wij of IK jullie hebben aangedaan. Ik ben wel goed voor een in mijn begrippen behoorlijk huwelijkscadeau en ik ben nog eens op bezoek geweest bij jullie in je nieuwe huis.. EN toen… Klaar… Over en uit. Wat is er gebeurd intussen. Ik weet dat ze ziek is maar tegelijkertijd lees ik ook Facebook en zie dat ze het toch leuk heeft schijnbaar… Joey… Nogmaals… Als dit het is… Oké. Prima.. Dan weet ik genoeg… En trek ik mijn plan. Ik heb jullie nooit iets in de weg gelegd… Danique sowieso al niet… Maar als jullie dit zo willen dan respecteer ik dat en ga je me dus nooit meer zien. En ik ben wat dat betreft een koppige… Laat het zover niet komen en praat iets uit met mij of ons zodat ik weet wat en hoe. Op dit moment ben ik uiterst verdrietig over deze gang van zaken. Ook omdat jij Marja niet antwoord (en zelfs op Vaderdag hoor ik niets… ook al goed). Gewoon te triest voor woorden en eigenlijk gewoon kut. Hier houdt het voor mij even op. Weet dat ik de zijde van Marja kies en ik ben er nu even klaar mee. Antwoord zou mooi zijn… Geen antwoord… Mij om het even… Dan zie je me niet meer… NOOIT MEER. Groeten… Frank. 22:34 uur

Joey:
Als je lef hebt, dan neem je nu even je telefoon op. Danique heeft meerdere malen aangegeven dat ze nu ruimte voor zichzelf nodig heeft. Het was nu niet het juiste moment om met jou in contact te zijn. Advies van behandelaren. Dit heeft ze aangegeven. 22:42 uur

Frank: Ik wil niets meer met jullie te maken hebben… De groeten en tot nooit meer ziens. Zoek het maar lekker uit met jullie hebben en houden en succes met jullie behandeling waar dat ook toe mag leiden. Bel me niet meer.. En blijf uit mijn buurt….. De groeten “schoonzoon”. 22:45 uur

Frank: Ik wil even helemaal niets meer weten van hoe het gaat en wat er gebeurt. En je bent beiden niet meer welkom hier. Ik wist niets van de adviezen van behandeling en dat heeft ze ook niet aangegeven, dus niet lullen. Er is dus wel degelijk iets met mij en daar kun je het over hebben…. En dat doe je niet door mij te ontwijken. En eerlijk gezegd vind ik jou ook een slappe zak. Je had mij kunnen verwittigen en erover kunnen praten. Succes verder. 22:52u.
Frank: Ik heb vanaf nú nog maar één dochter en één schoonzoon. En daar richt ik mijn aandacht op. Ik ben klaar met jullie allebei. 22:56u.

Frank: Verwijderd van Facebook en uit mijn leven vanaf nú. 23:22u.




BAM! Dat kwam hard aan. Ik werd afgewezen als dochter (en mijn man als schoonzoon). Na enkele jaren sporadisch contact, kwam er een einde aan onze ouder-kind relatie. Mijn hart scheurde, werd doorboort, of brak in duizend stukjes. Er bestaat geen enkele beschrijving die exact duidelijk maakt wat ik toen voelde. De Whatsapp berichten van mijn vader kwamen voor ons geheel onverwacht. Joey en ik waren net thuis van een weekendje weg naar Antwerpen. “Ik ga hem bellen. Hij kan hier op een volwassen manier met mij over in gesprek gaan, maar niet via Whatsapp. Mijn vader drukte al mijn telefoonoproepen weg, maar bleef wel doorgaan met het verzenden van kwetsende berichten. Nu ook naar mijn telefoonnummer. “Dit doet hij nou altijd! Communiceren via mail, brief of Whatsapp zonder de ander de kans te geven om hier op een fatsoenlijke manier op te reageren”.  Zijn aanpak maakte mij ontzettend boos, ik wist even niet meer wat ik moest doen. Vanuit een soort oerdrift belde ik mijn moeder om haar te vertellen wat er gaande was. ‘Mam! Papa stuurt hele rare, berichten. Hij beschuldigt mij van een heleboel dingen waar hijzelf ook een aandeel in heeft. En sommige dingen die hij schrijft zijn niet eens waar. Volgens hem ben ik vanaf nu zijn dochter niet meer!’. Doordat ik het mijzelf hardop hoorde zeggen raakte ik overstuur. De tranen stroomde over mijn wangen. Het lijkt misschien gek dat ik juist haar belde, maar eigenlijk is het heel logisch. Alleen mijn moeder had in het verleden wat meegekregen van de problemen en heftige discussies die zich tussen mij en mijn vader hadden afgespeeld. Ondanks dat wij weinig met elkaar communiceerden, wist ik dat ik in deze situatie op haar kon rekenen. Ik wilde van haar horen dat het klopte wat ik dacht. “Het is niet alleen mijn fout, papa heeft net als ik een aandeel in onze verstoorde relatie”. Ik had haar bevestiging harder nodig dan ooit. Mijn moeder reageerde superlief en wist mij gerust te stellen. ‘Wat je vader nu doet, ligt niet aan jou of Joey. Dit is zijn fout, zijn tekortkoming. Niet dat het je pijn verzacht, maar jouw vader heeft het vroeger ook niet altijd makkelijk gehad. Zijn gedrag komt ergens vandaan’. Ik had haar nog nooit zulke wijze woorden horen uitspreken en was stiekem een beetje verbaasd. Ze sloot af met: ‘Ik zeg het misschien veel te weinig, maar ik hou van jou!’.

De contactbreuk met mijn vader is vaak ter sprake gekomen bij GGZ Momentum. Ik vertelde dat ik door de situatie extra veel last had van kritische gedachten over mijzelf. “Ik ben geen goede dochter”. “Ik faal als individu”. “Ik verdien geen plek op deze wereld”. Een van mijn behandelaren zei: ‘Afwijzing is de diepst mogelijke emotionele wond. Zeker wanneer de afwijzer een van je ouders is. Er ontstaat een gat in je hart en niemand kan dat gat ooit nog opvullen. Geen partner, geen eigen kind, helemaal niemand’. Ik ben in gaan zien dat ouders een belangrijk deel vormen van je eigen identiteit. Wanneer je de band verliest met een ouder (of met beide), dan is dat van grote invloed op de rest van je leven. Ik was ontzettend bang dat de situatie gevolgen zou hebben voor de goede band met mijn zus. “Sinds het uit is met Luuk zijn wij veel closer geworden. Dat wil ik niet kwijt!”. Het enige wat ik hieraan kon doen, was het gesprek hierover aangaan. Haar reactie zorgde voor een enorme opluchting: ‘Ik wil absoluut niet tussen jou en papa in staan. Het is iets tussen jullie twee en ik hoop dat het snel weer goed komt. Ik hou heel veel van jullie allebei. En ik ga me er dan ook echt niet mee bemoeien. Ik ga geen partij kiezen en er ook geen oordeel over hebben. Dat hoeft ook helemaal niet. Ik weet niet wat er allemaal tussen jullie speelt en dat gaat mij ook helemaal niets aan. Ik wil de goede band met jullie allebei behouden. Weet dat ik er altijd voor je ben. Als je iets kwijt wil, dan heb ik een luisterend oor’.

Als ik met iemand praat over de contactbreuk met mijn vader, dan wordt mijn situatie vaak niet begrepen. Mensen zijn al snel geneigd om (ongevraagd) advies te geven, of ze praten mij een schuldgevoel aan. ‘Ik begrijp er helemaal niets van. Mijn vader is overleden, ik heb de keuze niet meer om wel of niet in contact met hem te gaan. Jij wel’. ‘Het is en blijft je vader, je krijgt hier ooit nog spijt van’. Als iemand zoiets zegt kan ik ontzettend boos en verdrietig worden. Ik ervaar vaak onbegrip en vind sommige opmerkingen zelfs respectloos. Het is zonder de mening van anderen al pijnlijk genoeg om te moeten accepteren dat mijn vader mij heeft afgewezen als dochter. Elke dag opnieuw moet ik dealen met de emoties die hieraan gekoppeld zijn. Ik vind het jammer dat mensen vaak van alles te zeggen hebben, terwijl zij zichzelf niet willen verplaatsen in mijn situatie. Af en toe probeer ik uit te leggen dat de reactie die wordt gegeven niet helpend is. ‘Niet iedereen heeft een fijne, sterke band met zijn of haar ouders. Daar kies je niet voor. Die is er, of die is er niet’. Om heel eerlijk te zijn denk ik er wel eens over na wat traumatischer is, rouwen om iemand die is overleden of rouwen om een persoon dat nog leeft. Dat laatste doe ik, Ik rouw om het ‘verlies’ van mijn vader.

 

Fragment 9

‘Danique, wat is er toch allemaal aan de hand? Als ik je door de gangen zie lopen dan zie ik een heel bang meisje. Je kijkt continue schichtig om je heen.’ Ik schrik op uit mijn gedachten en kijk mijn hoofdbehandelaar verbaasd aan. “Wat bedoel ze? Ik gedraag mijzelf niet anders dan normaal!”. Ik scan haar gezichtsuitdrukking en hoop daar nog wat aan af te kunnen lezen. Ze kijkt mij strak aan in afwachting van een reactie, maar ik weet niets uit te brengen. ‘Je bent hier gekomen met een heel duidelijk doel. Deze keer wil je voorgoed afscheid nemen van je eetstoornis. Ik wil je motiveren om dat te bereiken, maar ik heb de indruk dat je informatie voor ons achterhoudt. Als je niet alles verteld, dan kan ik je ook niet helpen. Veertien jaar is niet niks, Danique. Waar heb je die eetstoornis nog zo hard voor nodig? Het wordt tijd dat je het gevecht een keer écht aan gaat. Daar is meer voor nodig dan de opbouw van een gezond eetpatroon. Je moet de oorzaak onderzoeken en aanpakken’. Ik voel de tranen prikken in mijn ogen en durf Jolijn niet meer aan te kijken. Voorzichtig begin ik tegen haar te vertellen. ‘Tot nu toe heb ik geen enkel behandeltraject voor mijn eetstoornis positief af kunnen sluiten. Ik word altijd doorverwezen naar andere instanties. Gaan jullie mij ook wegsturen, omdat ik vastloop in therapie? Is er dan niemand die tijd kan vrijmaken om dieper te graven? Ik weet oprecht niet waarom ik altijd blokkeer’. Er valt een stilte. De tranen stromen inmiddels over mijn wangen. Het voelt alsof ik opnieuw heb gefaald. “Ik kan maar beter mijn spullen pakken en gaan”. De behoefte om te vluchten is bekend. ‘Je voelt het weer hè, Danique? Je wil nu het liefst de ruimte uit rennen en vertrekken. Waar zou je deze keer heen gaan? Weer naar de toiletruimte om jezelf te kalmeren? Of naar je slaapkamer en daarna direct door naar huis? Voor mij is het al lang duidelijk, Danique. Je hebt complexe PTSS. Ik ga graag met jou op zoek naar de bron, op jouw tempo. Laat alles maar even bezinken. Ik zie je morgen’.

 

 

2019

Tijdens mijn klinische opname in de Ursula kliniek werd voor het eerst de diagnose voor (complexe) PTSS vastgesteld. De symptomen vielen vrij snel op doordat ik daar dag en nacht verbleef. Ik was altijd op mijn hoede voor gevaar, ook wanneer daar geen aanleiding voor was. Bij lichaamsgerichte therapie raakte ik elke keer al in paniek bij het horen van de opdracht. “Dat ga ik echt niet doen! Niemand mag mij aanraken!”. Ik had last van angst voor de angst en moest daardoor stoppen met deze module. Jolijn stelde voor om samen een tijdlijn te gaan maken. Ze vroeg waar in mijn leven ik ergens wilde beginnen. ‘Tot mijn negende was er niets aan de hand toen was ik gewoon gelukkig. Ik was een heel vrolijk kind. Na mijn verhuizing naar een ander dorp ging het mis. Mijn oma overleed in datzelfde jaar op drieënzestigste leeftijd, een van de belangrijkste personen in mijn leven’. Jolijn stelde voor om toch nog even stil te staan bij de voorgaande jaren, daar kwam uit naar voren dat ik al veel eerder last had van sombere gevoelens dan ik dacht. Het bleek dat ik mijzelf van kleins af aan al onveilig had gevoeld in mijn gezinssituatie, zonder dat ik daar een reden voor aan kon wijzen. ‘Dat is helemaal niet raar, Danique. Kinderen voelen vaak heel veel aan, ook als iets niet wordt uitgesproken’. De gesprekken met Jolijn waren intens, het was moeilijk om overal over te praten. Haar vraagstelling was duidelijk en soms een beetje streng, maar op een of andere manier werkte haar aanpak voor mij. Ik vertrouwde haar genoeg om in grote lijnen te vertellen over de moeilijk(st)e momenten in mijn leven, zonder details te benoemen. Het was fijn dat ze mij alle ruimte gaf om er op mijn tempo over te praten. Toen we bij de periode aankwamen waarin ik samen was met Luuk, werd ik erg emotioneel. De tranen bleven maar komen, ik kon niet stoppen met huilen. Jolijn gaf mij een boek mee dat ging over seksueel misbruik. ‘Lees dit maar eens op je gemak door. Ik denk dat je jezelf in heel veel van wat wordt beschreven zal herkennen’. Na een paar bladzijden wist ik al genoeg. “Ja. Dit gaat over mij. Ik ben dus seksueel misbruikt. En dan heb ik het niet over de aanranding door Jurre. Bizar dat ik het mijzelf nooit heb beseft”. Ik durfde niet verder te lezen. Voor mij was het op dat moment even genoeg om aan mijzelf te erkennen dat ik in het verleden langdurig seksueel was misbruikt. ‘Je hoeft niet te vertellen wat er precies is gebeurd, Danique. Maar hoe wil je het noemen? Seksueel misbruik? Seks onder dwang? Of verkrachting?’. Ik liet het op mijn tijdlijn wegzetten als seks onder dwang. Ik gaf Jolijn haar boek terug en bestelde een exemplaar voor mijzelf, zodat ik op een later moment verder kon lezen.

Gelijktijdig met mijn klinische opname volgde ik samen met mijn partner een MDGB-traject (Meergezinsdagbehandeling). De groep bestond in totaal uit vijfentwintig personen, ieder systeem bevatte een volwassene met eetstoornis en steunfiguren. Joey en ik kwamen als enige met zijn tweeën, als partners van elkaar. De meeste cliënten hadden ouders of andere familieleden bij. In totaal hadden we twintig therapiedagen, verspreid over negen maanden. Eerst tweemaal vier aaneengesloten dagen, daarna elke maand 1 therapiedag. Mijn allergrootste doel was: Joey gaan betrekken bij mijn eetstoornis(herstel). Ik hield hem altijd op afstand, omdat ik bang was dat hij zich zou gaan bemoeien met mijn keuzes. “Hij mag de regie niet van mij afpakken, dat is mij al eens overkomen tijdens mijn allereerste eetstoornisbehandeling bij GGZ Oost-Brabant. Ik had toen niets meer te zeggen, alles werd voor mij bepaald”. De eerste fase van MGDB was het intensiefst, maar ook het meest waardevol. Steunfiguren kregen middels groepsgesprekken en therapeutische activiteiten meer inzicht in de betekenis van de eetstoornis. En cliënten leerde hun te betrekken bij het proces. In deze groep werd ik vaak getriggerd in mijn trauma’s. De eerste keer was voor mij volledig onverwacht. De groep werd in tweeën gesplitst, de mannen gingen naar een andere ruimte dan de vrouwen. Alle cliënten moesten in ondergoed op een groot vel papier gaan liggen en zichzelf met stift laten omlijnen door een groepsgenoot. Het verbaasde mij hoe snel iedereen kleding uittrok, ik raakte volledig in paniek. “Uitkleden? Echt niet! Niemand mag mij zien in ondergoed. Wat is dit voor nare oefening?”. “Iedereen hier heeft een eigen familielid in de ruimte om zichzelf te laten omlijnen, alleen ik niet! Ik laat niemand zo dichtbij mij komen, alleen Joey mag dat!”. Ik zei tegen de behandelaar dat ik hier écht niet aan mee wilde doen en zij nam mij even apart op de gang. ‘Trauma? Lukt het daarom niet?’. Ze stelde voor om Joey erbij te roepen, zodat hij mij kon steunen. Dat wilde ik niet, omdat ik het moeilijk vond om iemand toe te laten als ik emotioneel was. Een gevolg van mijn jeugd waarin ik altijd aan mijn lot werd overgelaten als ik mijzelf bang of verdrietig voelde. ‘Maak het jezelf nou niet extra moeilijk, Danique. Ik weet zeker dat hij er voor je wil zijn’. Ik ging uiteindelijk akkoord en heb de opdracht alsnog samen met Joey kunnen doen nadat ik was gekalmeerd. Tijdens een andere groepsopdracht werd ik getriggerd doordat we elkaar complimenten moesten geven. We kregen een heel grote bol wol en moesten in een kring gaan staan. Het was de bedoeling dat we met de hele groep een soort ‘spinnenweb’ zouden gaan maken. Als je aan de beurt was koos je iemand uit en gaf je diegene een compliment. Het touw hield je vast, terwijl je de bol aan de volgende doorgaf. “Niemand heeft iets positiefs over mij te zeggen. Ik word als laatste gekozen. Ik hoor er niet bij”. Mijn hele lichaam begon te trillen en ik probeerde mijn emoties weg te drukken. Dat ging op het gegeven moment niet meer. Degene die aan de beurt was kon nog maar kiezen uit twee personen, een daarvan was ik. “Ik weet het zeker, ik word weer niet gekozen. Ik blijf als laatste over!”. Ik werd herinnerd aan mijn eenzame tijd op school en begon keihard te huilen.

Joey en ik werden het tijdens onze deelname aan het MGDB-traject eens over de aanschaf van een hond. Een van mijn allergrootste wensen kwam uit, ik wilde er altijd al een. We hadden het nooit doorgezet, omdat we allebei fulltime werkte en daardoor geen tijd hadden om een puppy op te voeden. En Joey wilde zijn vrijheid niet wilde verliezen, hij wilde overal heen kunnen gaan zonder rekening te moeten houden met een hond. Iemand uit de groep wees ons erop dat een hond een positieve bijdrage kon leveren aan het herstel van mijn psychische problematiek. ‘De hond kan Danique veel troost, warmte, steun en veiligheid beiden. Ik adviseer iedereen om mij heen al jaren om op zijn minst één keer een hond in huis te halen’.  We hebben onszelf ingelezen en vroegen aan mensen die we tegenkwamen op straat wat ze de voor- en nadelen vonden van het hondenras waar zij voor hadden gekozen. Na verloop van tijd kozen wij zelf voor een borderterriër. Drie maanden na de start van onze zoektocht kregen we al te horen dat er een puppy beschikbaar was voor ons. De fokker zei dat hij ruim honderdvijftig mails had gekregen van geïnteresseerden, terwijl er maar vier pups geboren waren. ‘Als jullie willen dan heb ik een reutje voor jullie’. Door de lange wachtlijsten hadden we dit absoluut niet zo snel verwacht. “Wauw! Dit heeft zo moeten zijn!”. We noemde ons ventje Guus en keken ontzettend uit naar zijn komst. Net na de beëindiging van mijn klinische opname konden we hem gaan ophalen (MGDG was nog niet afgerond). Het opvoeden van een pup was behoorlijk intensief, maar ik heb ontzettend genoten van deze tijd. Guus werd echt mijn maatje, mijn allergrootste helper. “Hij voelt feilloos aan hoe het met mij gaat en blijft het liefst de hele dag bij mij in de buurt”. Door hem was ik gemotiveerd om te blijven eten en doordat hij op vaste tijdstippen uitgelaten moest worden zorgde hij voor structuur in mijn dagen. Ik hou ontzettend veel van Guus, ik heb zelfs een hondenpootje met de letter G in het midden bij mijn enkel laten tatoeëren. “Zo is (en blijft) hij voor altijd een beetje bij me”.

Bij ontslag uit de kliniek adviseerde Jolijn mij om in therapie te gaan bij iemand met een eigen praktijk. ‘Dan weet je zeker dat je niet van behandelaar wisselt tijdens je proces. Ik denk dat het voor jouw herstel heel belangrijk is om eerst een vertrouwensband met iemand op te bouwen, voordat je in detail gaat vertellen over alles wat je in je leven hebt meegemaakt. Ik gun het jou dat je iemand vindt waar je tegen durft te praten’. Ondanks haar advies wilde ik graag terug naar GGZ Momentum, de organisatie waar ik het vertrouwen in de hulpverlening had terug gevonden. Tijdens mijn intake gaf ik aan dat het belangrijk was om een individuele behandelaar te krijgen die mij gedurende mijn gehele proces kon begeleiden. Daar werd zoveel mogelijk rekening mee gehouden.